Deze tekst maakt onderdeel uit van de reeks 'Geschikt / Ongeschikt'.

Standaard

‘De lol van een standaard is, dat je er uit zoveel kan kiezen.’ Een Goede Vriend beklimt een favoriet stokpaardje met dit onderwerp. Een glunderend horrorverhaal volgt over verschillende ‘standaardprotocollen’ die allemaal uitgaan van een ‘volkomen logische maatvoering’. En ‘van een gewenst resultaat dat ook al uitermate standaard is’. Al die ‘volledig logische standaarden’ moeten ook nog eens bereikt worden via de gebruikelijke ‘standaard hulpmiddelen’. Computers in dit geval, want mijn Goede Vriend werkt ‘in de automatisering’. De venijn van zijn verhaal zit in de samenwerking tussen ‘zijn clubje’ en ‘het clubje van ingevlogen consultants’. Het stokpaardje van mijn vriend doet nu een vrolijk sprongetje.

Beide partijen in zijn verhaal gaan onafhankelijk van elkaar lekker aan het werk. Beide in de volle overtuiging goed bezig te zijn om het gezamenlijke doel te bereiken. Niemand had bedacht de onbesproken standaarden even met elkaar te vergelijken. Aan het einde van het automatiseringstraject blijkt dan ook volledig onverwacht dat ene computer een totaal andere standaardtaal gebruikt dan de andere. En dat die ene computer aangesloten moet worden met volledig andere standaard snoertjes dan die andere. Het standaard invoeren van de ook al standaard informatie gaat op een volledig andere standaard wijze naar een totaal onvergelijkbaar, maar gestandariseerd, resultaat. Je snapt: het project kwam krakend tot stilstand. De ene standaard is de andere niet. De lol is immers dat je uit zoveel standaarden kan kiezen.

lineaal

Wil je niet meten in meters? Kies voor inches. Werkt ook.

Waarom noem ik dit?

Ik noem dit omdat zowel onze Aannemer, Architect, Verbouwer als Verhuurder extreem graag denken in standaarden. Standaarden zijn goed, want goedkoop. Gelukkig heeft dit renovatie-gezelschap onderling wel degelijk eens gekeken of de gebruikte standaarden overeenkomen. Het zou me niet verbazen als er ergens een paar dikke boekwerken liggen die bepalen wat standaard – dus goed – is, en wat niet. 

Standaardmaten kun je in standaard-tekeningen stoppen waarna je lekker standaardoplossingen in elkaar kunt schuiven, liefst zonder al te veel na te denken. Nadenken is duur – want kost tijd. Niet standaard-dingen gebruiken betekent extra werk: je moet uitzoeken wat nodig is en dat dan maar zorgen dat je het krijgen kan: niet-standaard dingen lopen niet zomaar van de standaard fabrieksband af. 

En dan hebben we het nog niet over de horror dat de juiste niet-standaard-oplossing op de juiste manier op de juiste plek terecht moeten komen. Dat kost nogal wat nadenken; organisatie; moeite. Teveel tijd. Dus: teveel geld.

In de wereld van de bewonerscommissie zitten we dus vast aan standaardmaten. Ook bij niet-standaard problemen. Ik heb eens de fout gemaakt om hier een opmerking over te maken. Het werd afgedaan met een ‘Ja, maar jij bent niet standaard’. Waarmee het onderwerp van tafel werd geveegd.

Niet standaard

En waar ik me vroeger dood zou schamen om niet-standaard te zijn, en me snel zou conformeren, doe ik dat tegenwoordig niet meer. ‘Dat klopt’, zo zeg ik nu gewoon ‘ik ben niet standaard.’ In mijn ervaring is het gewoon toegeven van dat soort dingen de weg van de minste weerstand. En daarnaast extreem bevrijdend.

En toch… ‘We kunnen geen rekening houden met niet-standaard’ volgens de Technische Man van mijn Woningcorporatie. Omdat ik niet voldoe aan zijn standaard, hoeft hij geen rekening met mij te houden, dat is wel duidelijk. Terwijl er toch zoveel lol moet zijn met standaarden; gezien de enorme keuze daarin volgens mijn Goede Vriend. Jammer alleen dat het zo mis ging met die verschillende standaarden in zijn computer voorbeeld.

In het gesprek waarin de Technische Man aangaf dat ik niet standaard was, ging het over keukens die in minimaal 80 woningen zouden moeten komen. Een respectabel aantal. Waarvan je zou kunnen zeggen: als je een oplossing kiest die bij alle 80 toegepast wordt, dan heb je een standaard oplossing voor die 80 woningen. En in dit specifieke geval: voor mogelijk nog 240 woningen extra. Want zo groot is mijn flat nu eenmaal.

En als je in die oplossing zou kiezen voor de oplossing die al in 1958 is bedacht voor mijn in 1964 opgeleverde flat, zou je zelfs kunnen zeggen dat het een oude en beproefde standaard is. Hiephoi: een standaardoplossing!

Conclusie

Natuurlijk werkt het niet zo. Er is een nieuwe standaard. En die wint. Terugkeren naar een oude standaard is alsof je teruggaat in de tijd. En ‘de grote vooruitgang’ negeert. Het eerste kan niet, het tweede overwegen is te schokkend voor woorden. En dan hebben we het nog niet over het probleem dat een andere standaard extra gedoe zal opleveren in een toch al ingewikkeld project. Waarover je moet communiceren met iedereen, om te zorgen dat het goed gaat. En dat laatste, dat communiceren… 3 jaar aan overleg met de Woningcorporatie hebben mij geleerd dat dat alleen maar extra problemen oplevert.

Ik denk dat het in mijn flat leuker wonen zal zijn als er soms van de huidige standaardoplossingen afgeweken wordt. Dat de oude maten en oplossingen een prettiger leefbaar resultaat kunnen opleveren. Maar ik ben een afwijkend mens; mijn mening doet er dus niet toe.

Daarbij besef ook ik dat een standaard oplossing standaard goedkoper zal zijn. Makkelijker. En toch ook een oplossing is. Een oplossing ook die veel flatgenoten niet interesseert omdat ze ofwel weg willen met een urgentieverklaring; ofwel in een ander type woning wonen, waar de indeling net wat anders is en het probleem minder speelt.

We krijgen dus gewoon de standaard zaken in huis, of die nu handig passen of niet. Echt andere opties waren er waarschijnlijk niet. Ik voel me als een teleurgesteld kind en tegelijkertijd ook een bejaarde die vastgeroest zit in gewoontes. Blijkbaar kan dat moeiteloos tegelijkertijd. Voor mijn gevoel wordt er een stukje karakter de flat uit gerenoveerd straks. Ik snap de gekozen oplossing, maar ben ervoor

☐ geschikt
ongeschikt.

Plaats een reactie