Deze tekst maakt onderdeel uit van de reeks 'Geschikt / Ongeschikt'.

Macht

Stelt u wat voor? Wat invloed op anderen of situaties betreft? Ik niet. 

Mijn politiek gevoel kan je op zijn best ‘ondermaats’ noemen. Ik doe het heus wel aardig in intentie en inzet, maar toch. Daarom heb ik me aangesloten bij een bewonerscommissie. Met het idee om zo in elk geval een beetje invloed te hebben op hoe ik woon. Maar baadt het me? Bereik ik werkelijk wat ik bedoel te bereiken? Heb ik invloed?

Mwah…. Nee. Of op zijn best: amper.

Wil ik teveel dan? Zelf vind ik – alweer – van niet. Mijn vriend bekijkt dat iets anders, en gaat zelfs zo ver om standaard, zonder zijn aandacht te verwijderen van wat hij ook maar aan het doen is, te verzuchten ‘dat ik teveel wil’. Of: ‘Niet realistisch ben’. ‘Teveel plan in te weinig tijd’. ‘Teveel hoop en vertrouwen heb in de mensheid als geheel’. ‘Te aardig ben voor mijn eigen goed’. Hij varieert een beetje in wat hij zucht, maar is verder verrassend standvastig in zijn mening over mij. Die ik uiteraard niet deel.

Wil ik echt teveel?

Don Quichote

Of is wat ik wil bereiken niet passend in… ehm… de huidige tijdgeest? Het kost me moeite de vinger op de zere plek van mijn anders-denken te leggen.

Ben ik een Don Quichotte die tegen de wind vecht? Lekker zinnig dan.

Of kies ik gewoon mijn tegenstanders te machtig en te groot? 

Dit idee bevalt me beter. Misschien zijn mijn zienswijzen wel ok, maar is mijn tegenstander een logge, machtige, vastgeroeste reus? Eén die gewend is om zijn zin te krijgen? Het lijkt me een beter probleem dan vechten tegen de wind. Al is het in de praktijk mogelijk hetzelfde.

Mijn ‘tegenstander’ heeft in ieder geval veel macht. Fors meer dan ik. Al wil mijn tegenstander liever niet als tegenstander gezien worden – de bedoeling is dat we samen voor een optimaal resultaat strijden. Het idee is dat wij gezamenlijk de plannen omhelzen waarmee zij komen. Ergens heeft een kwaadaardig deel van mij het idee dat ze het ook wel zouden waarderen als we  ‘Halleluja’ zouden roepen en een knieval zouden maken voor hun superieure inzicht. Wat sarcastisch is van mij en mogelijk onterecht.

Waarom dan toch die gedachte?

Eén reden is dat in 2019 bedacht werd dat er prijziger woningen moesten komen op de begane grond van mijn flat. Waar niet genoeg ruimte voor is – tenzij er een minimale uitbouw komt, zo had de architect bedacht. Hoe minimaal was minimaal? Nou, zover als de balkons de flat uitsteken. Zoveel grond zou de woningcorporatie toch wel hebben? Ze zochten het na. Maar nee: de grond direct naast de flat (en onder de balkons) blijkt eigendom van de gemeente. Een gemeente die notoir lastig kan zijn. Ik heb het nagemeten: het moet zijn gegaan om een kleine 70 cm. 

Wij als bewonerscommissie waren tegen vanaf het begin. Wij wilden die nieuwe woningen niet. Deels omdat we de garages op de begane grond, en de fietsenstallingen en bergruimtes daar wel konden waarderen. Deels omdat het lekker rustig vonden in het plantsoentje naast de flat; zo zonder allerlei extra bewoners, toegangspaden en bijbehorend lawaai, lichtvervuiling of verwijdering van groen. Mogelijk ook omdat wij zelf een beetje vastgeroest zaten. Wat mij betreft: zeker ook omdat er een trap in de nieuwe, ondiepe woningen moest komen. Wat ruimte kost en ze ongeschikt maakt voor sommige doelgroepen. 

Het idee dat er meer ogen op straat zouden komen door die woningen leek ons ook kolder. Er was dan wel een grote glazen pui ontworpen, maar in woningen in de buurt met een vergelijkbare grote pui zijn de gordijnen altijd dicht – je zit immers anders zelf nogal ‘op de kijk’. Bovendien zijn die woningen zo prijzig dat de bewoners altijd aan het werk zijn om ze te kunnen betalen zo bedachten wij ter plekke. Dan heb je meer aan een bejaarde achter de geraniums toch? 

Als laatste argument hadden wij een alternatief plan dat de uitstraling van de flat intact liet en ook extra gelijkvloerse woningen opleverde. Dubbel zo grote woonruimte indien gewenst, vergeleken met de bestaande woningen. Bij dit alternatieve plan gaven wij ook alle garages op – wat we erg aardig en meedenkend vonden van onszelf.

Geen van onze argumenten sneden hout natuurlijk – niet in de ogen van onze medepartij.

De discussie over de nieuwe woningen stokte

Ergens rond dit punt brak corona uit; afgewisseld met twee personeelswisselingen: we kregen een nieuwe Projectleider en een Nieuwe Technische Man. Drie zaken die elk voor forse vertraging zorgden. Ergens in deze periode werd ook zonder ons besloten dat het teveel gevraagd was van ons om aanwezig te zijn bij de 2-maandelijkse voortgangsvergaderingen. 

En toen, halverwege 2022, was er opeens haast. Er werden, op wat onhandige wijze, plots informatiedagen voor de bewoners georganiseerd. In juli. Het ging op een manier waarover we nog steeds boos zijn – maar dat doet er voor dit verhaal niet toe. Tijdens die informatiedagen werd er geen nadruk gelegd op die nieuwe woningen – de zorg voor de veranderingen aan de eigen woonruimte werd terecht als urgenter ingeschat. Maar ik zag op een plattegrond de nieuwe woningen opeens fors de binnentuin insteken. Ik vroeg ernaar. Maar kreeg geen helder antwoord.

Nu is het oktober en zijn er twee nieuwe informatiedagen. Gisteren was de eerste dag. Een collega BC-lid vroeg dit keer door over de plattegronden. De nieuwe woningen steken nu 6 meter de tuin in hoorde zij. Ze heeft er niets over te zeggen gehad. Niemand van de BC. Ondanks alle participatie pogingen. Het is niet de enige verrassing die we ontdekken in de communicatie aan alle bewoners. Die de plannen gepresenteerd krijgen als ‘in overleg met de bewonerscommissie besloten’. Wat niet klopt en ons boos maakt. Maar onze medestander stoomt gewoon door. 

Kijk dan heb je macht. Helemaal als je ermee wegkomt – wat waarschijnlijk lijkt.

Want laten we eerlijk zijn: om deze situatie te wijzigen, zijn mijn woede en ongenoegen, en de gezamenlijke macht van de bewonerscommissie en elders ingehuurde expertise, volledig

☐ geschikt
☑ ongeschikt.

Plaats een reactie