Deze tekst maakt onderdeel uit van de reeks 'Geschikt / Ongeschikt'.

Exit Studentenkamers

In het bestek voor het flatgebouw is te lezen voor wie het gebouw gebouwd is.

‘Kamers voor studerenden’, zo werden ze genoemd in de originele plannen voor Het Rivierenhuis, uit 1958. Ik kende ze als studentenwoningen, of studentenkamers. Nu ik bij de bewonerscommissie zit moet ik ze ‘Onzelfstandige Eenheden’ of HAT-eenheden noemen. HAT is de afkorting van Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens. Volgens Wikipedia. Waarmee feitelijk elke woning in de flat een HAT-eenheid is? Grappig. Zo wordt de naam niet gebruikt.

Ik ben ooit in de flat gekomen dankzij zo’n HAT-eenheid. Lees meer hierover

In 2023 is de nood nog steeds hoog, qua studentenkamers. Zijn er 20.000 tekort, alleen al in Amsterdam? Ik lees er regelmatig wat over. Al jaren. Ook in 2019 al. Het was dan ook een verrassing toen de Bewonerscommissie in juni 2019 las dat de Woningcorporatie de studentenkamers wilde opheffen. We lazen het in een ‘uitvraagdocument’. Hierin werd geschreven wat de corporatie wilde bereiken met de renovatie. We hadden tot dan geen idee dat ze dit wilden. We lazen wel meer waar we van schrokken, in dat document, toen. Maar die studentenwoningen, daar moesten we toch wel even over denken.

Aan de ene kant vond een aantal van ons, dat het echt niet ok was, die kleine woningen. Dat je midden in de nacht een niet-afgesloten gang op moest om naar de wc te gaan. Vreselijk toch? Mwah… dacht ik, toen ik er nog woonde, was de hoofdingang van de flat nog niet eens afgesloten. Iedereen kon gewoon zo de flat inlopen. Dat is nu anders. En afgezien van een enkele slapende zwerver tijdens een paar koude winternachten en een tijdelijke stalker is dat nooit verkeerd gegaan. Douche en wc waren trouwens altijd op slot. Maar dit kan toch niet meer anno nu? twijfelt een enkel BC-lid.

Ergens vind ik dat een wonderlijke omkering van de feiten. Dat je jezelf achter slot en grendel opsluit omdat de boze buitenwereld niet te vertrouwen is. Ik heb liever dat de ongure elementen uit die buitenwereld achter slot en grendel gaan; dat het absurd wordt gevonden als je ’s nachts niet veilig 3 meter kan lopen over je eigen kleine stukje gang naar een afgesloten wc. Of je afgesloten kledingkast daar.
Ook ik zie wel in dat ik dat argument verlies, zelfs als ik gelijk heb.

Argumenten

Ik heb nog steeds een lijstje liggen van argumenten die we hebben ingebracht rondom die studentenkamers:

  1. Voor opheffing: ze zijn niet meer van deze tijd

    Tegen opheffing:
  2. Er zijn 80.000 studentenkamers te kort. De kranten melden aan (buitenlandse) studenten: kom niet als je geen kamer hebt! Kamers zijn dus nog steeds extreem nodig – en daarom wel van deze tijd?
  3. Liever bij een woningstichting dan ongecontroleerd bij particulieren tegen woekertarieven.
  4. De flat is ermee ontworpen, dat is bijzonder en kan in stand gehouden worden
  5. Het levert de flat zo bewoners van alle leeftijden op (van de beoogde 1 persoonshuishoudens)
  6. De studenten kunnen voor doorstroming in de flat zorgen.
  7. Veel van de huidige bewoners willen niet per se weg (maar: er is woningnood nu?!)
  8. Een kamer is niet hetzelfde als een woning en voor tijdelijk gebruik bedoeld. Daarmee hoeven ze niet zelfvoorzienend en/of heel luxe te zijn?
  9. Dit is een rustige buurt voor studenten maar op fietsafstand van alle scholen en universiteiten: fijn!
  10. Niet te grote klustering van studenten – minimale overlast
  11. Je kan eventueel (a la bij Stichting Vooruit) een sociale tegenprestatie verlangen
  12. Kamers met eigen adres, eigen deurbel, eigen brievenbus, inpandige fietsenstalling en eigen keuken (geen gedoe met verdwenen boodschappen) zijn vrij zeldzaam?
  13. WC en douche delen zorgt voor onderlinge afspraken en schoonmaakroosters en contact (en verantwoordelijkheid?)
  14. (Beetje extreem): Een ervaring op deze kamer maakt je dankbaar voor elke verbetering in woonruimte (en zo potentieel een leuker mens).

En dat is niet alles

zicht op de studentenkamers

Er zijn ook nog een paar argumenten die wat extra voorkennis vragen:

  • In het originele uitvraagdocument staat dat 3 studentenkamers moeten worden samengevoegd tot 1 reguliere woning. En ook: dat het onttrekken van woningen uit de flat niet mag. Een paar jaar later is op de een of andere manier de conclusie geworden: voor elke studentenkamer die verdwijnt moet een volwaardige woning terugkomen. Ik vind dit raar en onterecht. Op de plek van 1 volwaardige woning zitten nu 3 studentenkamers. Zowel ruimtelijk als inhoudelijk gezien is het dus een rare eis.
  • De studentenkamers zitten boven de ingang van de flat. Zij delen een klein stukje gang (afgescheiden met klapdeuren) met 1 reguliere woning. De corporatie vindt dat ze geen studentenkamers kan aanbieden zonder een gezamenlijke huiskamer. Maar ze wil die ene reguliere woning, tegenover die kamers, aan datzelfde stukje eenvoudig af te sluiten gang, niet ombouwen tot 1 gedeelde huiskamer met 1 of 2 extra kamers. Terwijl dat volgens de huidige manier van tellen zelfs extra ‘woningen’ oplevert – En ‘extra woningen’ is iets dat wel degelijk mag.
  • Als de corporatie het lastig vind om de kamers steeds zelf voor een korte tijd te verhuren, waarom dan niet die verhuur regelen via een universiteit of andere verhuurconstructie?
  • De corporatie heeft, zo lezen we in het uitvraagdocument, bedacht dat alle woningen in het complex wat klein zijn (35 m2). En dat het daarom heel gewenst is om gezamenlijke wasruimte op de begane grond te maken. Dan hoeven mensen zelf geen wasmachine in huis te zetten.
    Maar pleit dat idee niet juist ook heel erg voor studentenkamers? Als er ergens huishoudens in de flat zullen zijn die blij kunnen zijn daarmee?!
  • De studentenkamers worden nu opslagruimte. En ik vraag me af: zou het niet wat doods aanvoelen, als er daar niemand meer woont? Zo vlak boven de ingang, lekker beeldbepalend? En wat dan met het idee dat er ogen op straat nodig zijn?

Een meerderheid van ons besluit dat we de studentenkamers willen houden.

We maken een denkfout

Bij al onze argumenten gingen we uit van de bewoners. En dat de corporatie er is voor die bewoners. Dat het idee is dat de Corporatie diverse goede woonoplossingen biedt. Maar dat blijkt toch subtiel anders te liggen. In een boos artikel in de krant stond het recent ook al: eigenbelang en winst spelen nu een (te) grote rol bij de Corporaties. En ook onze Corporatie heeft het inmiddels duidelijk gemaakt. Zij ziet haar missie op andere woonvlakken liggen. Ze willen geen specialist zijn in kleine woningen, dat doet naar haar eigen zeggen een concurrent beter. Zij wil zich toeleggen op iets grotere woningen. Het verklaart meteen waarom ze een paar jaar geleden van de hele flat afwilden. En waarom geen van onze argumenten gehoor vond. Ze wil gewoon niet. En is eigenaar van de flat, dus daar sta je dan met je goede gedrag.

In dit specifieke geval verklaarde de Woningcorporatie gewoon zichzelf onwillig en

☐ geschikt
☑ ongeschikt.

Plaats een reactie